toonden een warme belangstelling in liet onderwerp „insecten als overbrengers van ziekten". Een muskietenaquarium werd in elke school opgericht; met vergrootglazen werden de verschillende ontwikkelingsstadia bespied. Broedplaatsen in de stad werden gezocht en onschadelijk gemaakt, inet het verwachte gevolg: de muskietenplaag verminderde, en met haar de gele koorts en de malariaplaag. Stierven hieraan vroeger 50 a 60 ingezetenen per jaar, een jaar later was dit aantal met 75% verminderd, en het volgende jaar kwam malaria op de lijst der doodsoorzaken van San Antonio niet meer voor.
Overbekend is het werk van Ronald Ross te Isinailia (Kanaal van Suez).
In 1877 was malaria er geïmporteerd. Tot 1885 kwamen ongeveer 400 gevalten per jaar voor. De ziekte begon toen erger te worden, zoodat in 1891 bijna 2500 gevallen werden aangegeven. Een gedeeltelijke drainage van de moerassen rondom het Timsah-ineer verhoedde waarschijnlijk een verdere uitbreiding. In 1902 werd Ross ontboden. Hij ontdekte, dat de voornaamste muskietenbroedplaatsen ondiepe plassen en poelen in tuinen en op erven waren. Bovendien had elk huis een zinkput. Een muskieten-brigade werd ingesteld, die elk huis wekelijks bezocht, de zinkputten met petroleum behandelde, de plassen en poelen dempte, tonnen en bloempotten leeg hield of toedekte, andere gevaarlijke voorwerpen opruimde enz.
Het werk werd vergemakkelijkt door de absolute medewerking van de Directie der Suez-Kanaalmaatschappij. Bezwaren tegen de bezoekers der brigade werden beantwoord met korting op het traktement of ontslag. Het resultaat is volkomen geweest. In 1901 was liet aantal inalariagevallen 1990, in 1902 nog 1551; in 1903 daalde het tot 214, in 1904 tot 90, in 1905 tot 37, en in 1906—1908 is geen enkele nieuwe infectie te Ismailia voorgekomen. Het werk heeft ƒ 25000.— in eens, voor het dempen van moerassen en