Voor de afdeeling Batavia een aanvang gemaakt. Het aantal levend geborenen gedurende liet tijdvak 1 Maart-15 October is tot een jaarcijfer herleid en in kolom 3 van onderstaande tabel kampongsgewijze ingeschreven.
Kolom 4 vermeldt de n a ta 1 i t e i t, d. i.: het aantal levendgeborenen per 1000 van de bevolking. Men vindt hieronder de meest paradoxale getallen. Er zijn er wellicht onder, die aan de werkelijkheid beantwoorden; voor een groot aantal is deze veronderstelling evenwel onaannemelijk. Geboortegetallen boven 50°/00 bijv. moeten gewantrouwd worden. In Nederland, waar in 1910 28.6°/oo levende kinderen geboren zijn, is in het tijdvak 1840—1910 het hoogste getal 36.2°/oo geweest. Dit was over het tienjarig tijdvak 1870— 1879. De provinciën met de hoogste geboortecijfers waren Zuid-Holland en Zeeland, en hier bedroegen ze toenmaals resp. 41.7°/oo en 40.6°/00 ')• I" 16 andere Europeesche landen heeft van 1901 — 1905 Rumenië de hoogste nataliteit aangewezen, en wel 39.4°/oo- Het hoogste cijfer, dat ik voor Europa in de laatste decenniën opgegeven vind, is afkomstig uit het tijdvak 1876—1880 en betreft Hongarije; het is 44.3°/o0- I'1 Japan was de nataliteit van 1896—1905 31.4%, in NieuwZuid Wales van 1901—1905 26.7°/00, in Victoria gedurende het zelfde tijdvak 25.0°/o0 2)-
De uitkomsten der voorloopige geboortestatistiek voor Batavia boezemen niet alleen wegens de deels buitensporig hooge, deels zeer lage cijfers wantrouwen in (de laatste zouden kunnen worden verklaard, doordat vele moeders voor haar bevalling naar haar oorspronkelijke woonplaatsen buiten Batavia terugkeeren); er komen ook overigens onregelmatigheden in voor, die alleen op foutieve opgaven kunnen berusten. Zeer sterk spreekt dit bijv. voorde kampongs
„Statistiek van den loop der bevolking in Nederland over 1910" (Nr. 161 van de „Bijdragen tot de statistiek van Nederland"), 's Gravenhage, 1911; p. IX.
a) Verrijn Stuart, 1. c., p. 220—221.