weerstandsvermogen der bevolking tegen andere ziekten, die doodelijk kunnen verloopen, lijdt en daarnaast het aantal direct doodelijk verloopende malaria-infecties grooter is.

De beteekenis van een ziekte voor de volksgezondheid en de volkswelvaart mag bovendien niet uitsluitend naar haar invloed op de sterfte alleen worden afgemeten. Een ziekte, die een groot deel van de bevolking in de kracht van het leven aantast, is uit een oeconomisch oogpunt een zoo belangrijke factor in het volksleven, dat de preventieve geneeskunde er alleen reeds uit dit gezichtspunt ter dege rekening mee te houden heeft.

Mijn waarschuwing gaat dan ook alleen tegen een overdreven, eenzijdig op den voorgrond stellen van het malaria-gevaar, alsof^ dit het geheele vraagstuk der volksgezondheid zou beheerschen, met consecutieve achterstelling van andere, daarvoor minstens even schadelijke momenten. Ook wordt niet ontkend, dat zich omstandigheden kunnen voordoen, waaronder alle sanitaire uitgaven, voor andere doeleinden dan malariabestrijding gedaan, als onoeconomisch besteed zouden zijn aan te merken. Dit kan bijv. op nieuw-ontgonnen ondernemingen en onder analoge omstandigheden het geval zijn. Watson heeft op de rubber-ondernemingen in de Maleische Staten omvangrijke waarnemingen gedaan, waaraan ik voor 6 dier ondernemingen de volgende opgaven, uit het jaar 1909, ontleen '):

Mortaliteit Miltindex

in °/00. in o/0. Bevolkingssterkte.

107 72 904

57 62 1602

28 56 887

23 26 2120

18 12 658

12 3 8230

'I Malcolm Watson: „ The prevention of malaria in the Federated Malay States", Liverpool School of tropical medicine, 1911; p. 128.