hier dus niet de Inlandsclie bevolking maar de „dienaren van de Oost-Indische Compagnie".

In 10 vijfjaarlijksclie en 1 vierjaarlijksclie periode verdeeld, is de uitkomst in de volgende tabel weergegeven.

Dienaren der O. I. Compagnie, Aantal overledenen

Jaren. te Batavia: per duizend

aangekomen. overleden. aangekomenen.

1714-1718 23816 2814 118.1

1719-1723 30205 3745 124.0

1724-1728 25092 4285 170.7

1729-1733 23574 4371 185.3

1734-1738 30569 8851 289.5

1739-1743 23628 6106 258.4

1744-1748 23536 8602 365.5

1749-1753 31578 9449 299.2

1754-1758 25841 8832 341.8

1759-1763 23640 7194 304.3

1764-1767 23066 8567 371.4

1714-1767 284545 72816 255.9

Gedurende dit tijdvak van 54 jaren is dus jaarlijks

gemiddeld meer dan l/A van liet aantal te Batavia aangekomenen daar overleden.

Een absoluten beoordeelingsinaatstaf voor de sterfte onder de bevolking der stad doen deze getallen niet aan de hand; een relatief inzicht in de gezondheidsverhoudingen geven zij stellig wel; en liet is zeker niet te veel gezegd, dat, wanneer op grond van zulke sterftecijfers Batavia vóór 1732 „zo gezond als eenige plaats in Indien" werd geacht, de eischen in die tijden wel zeer bescheiden moeten zijn geweest.

Een opmerkelijk feit dient te worden gesignaleerd:

Van de 72816 gedurende het verslagtijdperk overleden Europeanen zijn niet minder dan 67176 in de beide Batavia'sche hospitalen gestorven; d.i. meer dan 92%.