pest kortelings geleden geheerscht had, dan is het, ook zonder berekening en zonder nadere gegevens, volkomen duidelijk, dat hierdoor het morbiditeitscijfer der gevaccineerden tegenover dat der niet-gevaccineerden wederom is moeten worden verlaagd.
Echter geef ik den heer Kiewiet de Jonge grif toe, dat de infectiekans voor den mensch in dessa's, waar pest heerscht (hieronder moet worden verstaan menschenpest, daar een uitgebreid onderzoek bewezen heeft, dat vele dessa's door rattepest besmet zijn, zonder dat het in deze dessa's tot menschenpest komt), grooter blijkt te zijn dan in die, waar zulks niet het geval is. Onbekend evenwel is den heer K. d. J. het feit, dat slechts gédurende de eerste helft der vaccinatie-periode gevaccineerd werd in deze z.g. pestdessa's; gedurende de tweede helft juist in de z.g. pestvrije dessa's. Kort voor het vertrek van Dr. de Vogel uit Malang werd het vaccinatie-program in bovenbesproken zin gewijzigd; in het officieeie maandverslag over de maand Augustus 1911, uitgebracht door Dr. van Loghem en mij, werd door ons er nog op gewezen, dat aan de geringe morbiditeitscijfers niet te veel waarde moest worden toegekend, aangezien gevaccineerd werd in pestvrije dessa's. Daar het mij alléén te doen is geweest, de oorzaken van den schijnbaar gunstigen invloed van de vaccinatie op de morbiditeitscijfers toe te lichten en niet, zooals Dr. Kiewiet de Jonge blijkbaar meent, d e morbiditeitscijfers van de verschillende rubrieken personen in absoluten zin te berekenen, heb ik bovengenoemde omstandigheid niet eens vermeld, overtuigd als ik was, dat hiermede geenepart ij digheid zou zijn begaan.
Intusschen moet ik toegeven, dat het niet ter sprake brengen van het grootere infectiegevaar in de pestdessa's volkomen terecht den schijn moet hebben verwekt, dat ik eenzijdig in mijn oordeel ben geweest.
Onjuist is de meening van Dr. Kiewiet de Jonge, dat