een gemiddelde van 224 personen per dag, en voor liet Haffkine-vaccin 9595 gevaccineerden in hetzelfde tijdsverloop, ergo een gemiddelde van 46 per dag.
Eigenaardig is wel, dat bij de beschouwing over den invloed van het steeds dalende aantal der niet-gevaccineerden, welke invloed toch hand aan hand gaat met dien van het steeds stijgende aantal der gevaccineerden, door den heer K. d. J. met geen enkel woord van onvolledige gegevens gesproken wordt; dit had m. i., al ware het alléén maai uit een volledigheidsoogpunt, toch eveneens behooren te geschieden.
Een heel ander begrip vormt, zooals gezegd, de berekening van den invloed dezer genoemde factoren. Om den heer Kiewiet de Jonge dit te bewijzen, heb ik thans de berekening van den invloed van het voortdurend stijgende aantal gevaccineerden en van dien van het voortdurend dalende aantal der niet-gevaccineerden aan de hand van de inderdaad zeer volledige gegevens zelf uitgevoerd, m. a. w. ik heb berekend het gemiddelde aantal der beide rubrieken van gevaccineerden en het gemiddelde aantal der niet-gevaccineerden gedurende de geheele observatie-periode 'van 8 maanden en van deze gevonden getallen de morbiditeitspercentages uitgerekend.
Daartoe heb ik aangenomen, dat het aantal gevaccineerden dagelijks met hetzelfde getal toenam, m. a. w. dat dagelijks 224 personen met hetDuitsche vaccin weiden gevaccineerd en 46 personen met het Haffkine-vaccin, ergo dat het getal niet-gevaccineerden dagelijks afnam met 270. Graphisch voorgesteld, zou dan de lijn van het aantal gevaccineerden ') aldus verloopen:
Tot de 7e maand stijgt nl. dit aantal dagelijks met een
getal van = 224, resp. met- =46. Gedurende
/ X «3U 7 X oU
de 7e maand blijft het aantal stationnair, daar bij dat aantal
1). Beter zou zijn te spreken van: „gevaccineerden immunen".