Dus een choleralijder, die tevens malaria had. Eigenaardig is het samengaan der koorts met de diarrhee en de werking der chinine op de choleradiarrhee.

Bij koorts na den cholera-aanval dient men er op te letten dat deze niet altijd een reactiekoorts is, want ik vond bij vier patienten malaria (tertiana).

Voorts zag ik bij vier patienten; die met choleradiarrhee en braken werden binnen gebracht en het statium algidum niet bereikten, op den achtsten dag na opname in liet Hospitaal een jeukend huiduitslag (erytheem), nagenoeg over het geheele lichaam verspreid, optreden, gepaard gaande met koorts, terwijl in het bloed geen malariaparasieten waren te vinden. Volgens de handboeken treden de huid-aandoeningen bij cholera dan op, wanneer de bloedcirculatie weer aan den gang komt. Dit ging bij deze 4 patienten niet op. Welke dan wèl de reden van het optreden der erythemen was, weet ik niet.

Hoe voorzichtig men zijn moet bij de beoordeeling van de resultaten eener therapie bij cholera, bewijst wel de hieronder volgende statistiek. De daarop voorkomende gegevens uit het Stadsverband te Batavia, (waar uitsluitend Inlanders worden verpleegd) werden mij welwillend verstrekt door den waarnemend Eersten stadsgeneesheer Dr. F. G. Cornelis.

Waaron- Waaron-

Zieken- Aantal der Aai:tal der

JAAR. aantal overle- aantal

inrichting. lijders- Euro- de„en. Euro-

peanen. peanen.

Afgeronde totaal mortaliteitcijfers.

Afgeronde mortaliteitcijfers bij, Europeanen.

1909 Milit. Hospit. 97 (79) 32 (25) 33% 32% Stadsverband. 295 226 77 „

1910 Milit. Hospit. 288 (207) 88 (53) 30 „ 26 „ Stadsverband. 307 226 74 „

1911 Milit. Hospit. 137 (70) 68 (29) 50 „ 41 „ Stadsverband. 1 178 138 77 „

1912 Milit. Hospit. 83 (27) 38 (12) 46 „ 44 „ (tot en Stadsverband. 104 71 68 „

met 17-11-'12)