„exceedingly acute dysentery case, witli complete collapse „and a rectal temperature 011 adinission of 106° F., was „also saved by the saine amouut of iutravenous saline at „a temperature of 86° F.; tlius ttiis inetliod promises to be „an important addition to therapeutics". (blz 192).

De rectaalteinperaturen bij de uitsluitend met hypertonisclie zoutsolutieinjectie's behandelde patienten schommelden tusschen 37° C en 38.6° C. Ik injiceerde de vloeistof, onverschillig de rectaaltemperaturen, steeds bij ± 37° C. Aan het einde der injectie zal zeer zeker de temperatuur der vloeistof, niettegenstaande de door mij getroffen voorzorgsmaatregelen, enkele graden zijn gedaald, daar de inspuiting gemiddeld een half uur duurde. Ik ben ervan overtuigd, dat het effect der intraveneuse injectie alleen te danken is aan den vochttoevoer en niet grootendeels aan den warmtetoevoer, zooals door velen wordt aangenomen. Practisch komt het dus hierop neer, dat men niet angstvallig de vloeistoftemperatuur behoeft te laten stijgen tot ± 40° C, doch wanneer de vloeistof op den handrug gegoten als lauw kan worden aangemerkt, is de temperatuur der injectievloeistof bereikt.

Als indicatie's voor injectie geeft Rogers verder op: onrust, cyanose en krampen.

Bij de techniek der intraveneuse inspuitingen werd door ons de vena niet blootgelegd, zooals het door Rogers werd gedaan, met daarop volgende onderbinding van het periphere einde, openknipping en invoering van een stompe, glazen canule enz., maar de ader gepuncteerd met de gewone canule van eene recordspuit en daarop de vloeistof geïnfundeerd, zooals dat te doen gebruikelijk is bij de intraveneuse salvarsan-injectie's. De vaardigheid om venae te puncteeren, zóó dat de naald voor een groot gedeelte in het lumen van de ader is geschoven, verwerft men spoedig. Eene onaangenaamheid der venaepunctie's bij choleralijders is, dat de aderen meestal gecollabeerd zijn en een laatband de