Ik kan daaraan toevoegen, dat onder de talrijke Dajaks van verschillende stammen, die ik gezien heb, door mij geen enkel geval van patek is waargenomen. Evenmin heb ik onder hen onze tertiaire verschijnselen gezien.
Als ik mij wel herinner, vermeldt ook Nieuwenhuijs geen van beide. Qewone lues komt wel voor.
Nu doet de mededeeling van Daniels, dien Kayser aanhaalt, dezen uitroepen: „bewijst nu de toestand op de Fidzji-eilanden niet, dat patek niets anders dan syphilis is?"
Ik kan dat niet toegeven. Noch door het verschijnsel op de Fidzji-eilanden, noch door dat bij de Dajaks wordt omtrent identiteit of niet-identiieit iets duidelijk gemaakt.
Maar wel spreekt uit beide de samenhang tusschen de patek en de koreng.
En dat laatste is ook het geval met de verschijnselen hier op Java.
Viscerale lues in 't algemeen is hier zeldzaam. In 't bijzonder uvea-aandoeningen ziet men zelden.
Men vergelijke de getallen der oogaandoeningen, die öf uitsluitend luetisch zijn, öf in wier aantal de luetische begrepen zijn, te
Utrecht en te Bandoeng.
Aantal behandelde ooglijders: 6908 3490
Keratitis diffusa (e lue cong.): 18 10
Iritis: 53 40
Synechiae posteriores: 24 30
Chorioiditis: 67 1
Chorioretinitis: 53 7
Obscurationes in corp. vitreo: 34 2
Retinitis pigmentosa: 28 5
Paresis nervi oculomotorii: 10 1
Paresis nervi abducentis: 8 6
Paresis nervi trochlearis: 5 1
Rest 6658 3417