De milt was sterk vergroot, vast. Op doorsnede zag men tal van erwtgroote, moerbeiachtige knobbeltjes, die promineerden, deels rood, deels geelwit van uiterlijk. Microscopisch onderzoek bevestigde ook hier de diagnose tuberculose. Het orgaan woog 800 gr.

De linker long was innig met den thoraxwand vergroeid, zoodat bij het uithalen een stuk long bleef zitten. In de vergroeiingen geen duidelijke kaashaarden, in de long zelf geen oud tuberculeus proces zichtbaar.

De hersenvliezen vertoonden het beeld van eene tbc. meningitis met reeds lialf-erwtgroote kaashaarden.

Ook hier werd het beeld weer gecompliceerd door een jonge tuberkeleruptie, ook weer vooral in pleura en peritoneum, weinig in de rechter long en slechts hoogst enkele in de linker.

Aan de hand van deze gevallen spreekt de heer S. over de localisatie der tbc. Dit wordt nader gepubliceerd.

Microscopisch onderzoek leerde bij dit geval, dat een deel van den penis was vervangen door cancroidweefsel, met fraaie, verhoornende epitheelparels, en mooie stekel- en rifcellen; het overige caverneuse weefsel vertoonde sterke bindweefselwoekering.

4°. Een viertal rattenschedels van te Weltevreden gevangen ratten. Ruim een jaar geleden meende spr. reeds decumanus te hebben gevonden: ook deze schedels vertoonen duidelijk liet type, ofschoon niet alle even zuiver. Zoo ziet men op nevenstaande foto's bij x de beide bovenkaakstanden een weinig vooruitsteken, (op de photo is dat aan de rechter duidelijk), terwijl de lijst op het parietale ook een kleine inbochting naar binnen toe vertoont. Men zou daarom hier kunnen spreken van een overgang naar de kenmerken van gynomus.

Spr. heeft daarom getracht, van de schedels een index te bepalen, om zoodoende zijn eigen schedels scherp te kunnen plaatsen onder decumanus. Hiertoe werden met