het uitvloeiende bloed in het hartezakje (600 c.c.) heeft het hart door druk tot stilstand gebracht. De oorzaak van het aneurysma, lues, is aan het praeparaat duidelijk te zien.

2°. Een hoefijzernier, waarin tuberculose. Deze combinatie geldt voor zeer zeldzaam: Carlier en Gérard konden voor hun monographie over de hoefijzernier (Revue de Chirurgie, 1912. Augs.) slechts 7 gevallen in de litteratuur vinden, waarvan 5 bij operaties verkregen. Spr. hecht niet veel aan deze getallen: van een pathologischanatomisch standpunt is de afwijking niet zoo belangrijk, dat men elk geval zou beschrijven: wel daarentegen van een chirurgisch standpunt. Vandaar het overwegen der chirurgische gevallen.

Dit praeparaat is dan ook meer interessant om de eigenaardige verdeeling der tuberculose in het lichaam.

Terwijl de rechter nierhelft bijna geheel veranderd was in een met tuberculeuzen detritus gevulden zak— de wand van dezen zak was met kaashaarden en tuberkels bezet en samengevallen, doordat de nier door operatief ingrijpen is geopend— waren in de linker helft slechts een paar kleine kaashaardjes te zien. Het rechter pelvis was door een steen afgesloten van den ureter: deze was ook tuberculeus.

Het blaasslijmvlies was gezwollen, echter niet tuberculeus. Alleen aan de uitmonding van den rechter ureter zag men een paar tuberkeltjes.

Prostaat en zaadblaasjes waren bijna geheel vernietigd door tbc.; vas deferens en epididymis daarentegen waren geheel vrij.

Naast deze veranderingen vond men nog een oud tuberculeus proces in den linker longtop (leiachtige induratie met kaashaarden), terwijl de geheele linker long met den borstwand was vergroeid. Ook in deze vergroeiingen bevonden zich kaashaarden.