De heer van Buuren deelt een tweetal interessante gevallen uit zijn praktijk mede, nl.
Ie een dermoidkyste, 11a febris typhoidea in ettering overgegaan;
2e een kersgroot submuqueus fibromyoom der baarmoeder, dat aanleiding gaf tot levensgevaarlijke bloedingen.
Gewone vergadering van Donderdag 21 November 1912.
De heer Wilkens demonstreert een patientje, door collega Schoorel geopereerd wegens een groote rechtzijdige ranula, niet de gewone ranula sublingualis, doch de „grenouillette „sus-hyoïdienne" der Fransche school.
Het 'gezwel strekte zich uit van den rechter onderkaaksrand tot het tongbeen; was eendeneigroot, indolent en week fluctueerend. De huid was er niet mede vergroeid. De grenzen van den tumor waren moeilijk precies te palpeeren.
Spreker heeft dit jaar reeds eerder deze aandoening gezien, en wel bij een dos-a-dos-koetsier, die zich ook liet opereeren, daar het groote, zeer ontsierende halsgezwel hem nadeelig was bij de uitoefening van zijn beroep, [van dezen patiënt wordt een photographie vertoond].
De operatie bij dit meisje moest in 3 tempi geschieden; het komt er zeer op aan dat men de geheele kyste extirpeert, daar er anders recidief optreedt.
I11 dit geval was de geheele glandula sublingualis tot een conglomeraat van kleine kysten vervormd, zoodat deze speekselklier totaal weggenomen moest worden.
Het kind is thans genezen en heeft aan den hals alleen een streepvormig litteeken behouden.
Wat de aetiologie van de grenouillette sus-hyoïdienne betreft, hebben de anatomische onderzoekingen van Marestin ons geleerd, dat de glandula sublingualis een enkele maal kwabjes door de spierbundels van den niylo-hyoidens heen laat groeien^ zoodat bij cystische ontaarding van deze speekselklier gemakkelijk verklaard wordt het onstaan van een grenouillette