Gewone vergadering van Donderdag 17 October 1912.

De lieer Grijns doet een mededeeling over het steriliseeren van water met behulp van ultraviolette stralen. Vroeger gebruikte men daartoe de uveol-lampen, maar tegenwoordig, nu men er in gestaagd is kwarts te smelten, de bekende kwarts-lampen.

Uit vele proeven, waarbij sommigen de kwartslamp boven, anderen, in het water plaatsen [beide methoden hebben hun voor- en nadeelen] is gebleken dat niet-sporenvormende kiemen in helder water zeer spoedig gedood worden; het eerst pathogene kiemen [b. v. typhus en cholerabacillen]; men kan volkomen steriliteit bereiken. Is het water niet helder genoeg, dan kan men door voorfiltreering aan dit bezwaar tegen moet komen. Grooter moeilijkheden geeft gekleurd water.

Er zijn echter nog andere bezwaren aan de methode verbonden, en wel wordt de kwarts-lamp op den duur dof, waardoor steeds meer ultra-violettestralen geabsorbeerd worden, zoodat de lamp minder werkzaam wordt; ook is het een teer instrument, dat steeds deskundige behandeling behoeft.

Verder is de toepassing in het groot nog te duur, daar het steriliseeren van een M3. water op 15—20 pfennig komt.

Voor troepen te velde zijn transportabele toestellen uitgedacht, die echter nog lang niet volmaakt zijn; een bezwaar, speciaal voor Indië, ligt in de ongebaande terreinen, waarop de troep zich moet bewegen, waar vervoer van wagens onmogelijk wordt, en de lampen allicht in gevaar komen.

Tot dusver heeft de ozon-desinfectie nog den voorrang. Spreker ontving ïer beproeving een chemisch sterilisatiemiddel, bestaande uit drie pastilles (vermoedelijk magnesiumperoxyde, wijnsteenzuur, en natriumbicarbonaat).

De eerste twee, bij elkaar in het te gebruiken water opgelost, doen H202 vrij worden. Dit waterstofsuperoxyde