Aan enkele onzer leden zijn in het afgeloopen jaar onderscheidingen verleend geworden.
De Utrechtsche Hooge School verleende haar eere-doctoraat aan D. J. Hulshoff Pol te Lawang.
De Fransche regeering benoemde Dr. A. J. Salm tot „officier de '1 Instruction publique."
Het heeft H. M. de Koningin behaagd, van onze leden wegens hunne bijzondere verdiensten bij de pestbestrijding in Oost-Java te benoemen tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, Dr. J. Schülein en Dr. W. Th. de Vogel; tot officier in de Oranje-Nassau Orde, J. Vorstman; tot ridder in deze orde, Y. Rodenhuis, F. H. Johan en Dr. O. L. E. de Raadt, terwijl de bijzondere tevredenheid der Regeering over de loffelijke wijze, waarop hij zich bij de pestbestrijding van zijn taak had gekweten, werd betuigd aan ons medelid G. J. Krediet.
Blijkens de hier ter tafel aanwezige Balans en Winsten Verliesrekening, door den Voorzitter en Vice-Voorzitter goedgekeurd en geteekend nadat de posten geverifieerd waren met de boeken, quitanties, kas, enz. van den penningmeester, verkeeren onze financiën in goeden staat.
Van onze onderafdeelingen zijn die van Sumatra's O. K. en de Preanger bloeiende, terwijl Semarang en Magelang geen teekenen van leven geven.
Den 29en October 1912 werd op initiatief van Dr. A. J. Salm de onderafdeeling Atjeh opnieuw opgericht. Een hartelijk welkom zij hier deze jonge loot van den ouden stam nogmaals toegeroepen; dat zij groeie en bloeie.
Van belangrijke algemeene zaken die behandeld werden noem ik:
le. Het Referendum, gehouden in zake Vertegenwoordiging onzer Vereeniging bij de Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst.
De uitslag hiervan was, dat de groote meerderheid der leden was vóór het Voorstel van het Hoofdbestuur,