De 52ste Jaargang van ons tijdschrift kwam op tijd gereed; alleen openbaarde zich door de onverwachte belangrijke toename van het aantal leden een tekort over de eerste afleveringen ervan.
Een der eerste daden van het nieuwe hoofdbestuur was het voorstel, den afgetreden president Dr. J. de Haan te benoemen tot Eere-voorzitter, hetgeen bij acclamatie geschiedde in de Algemeene Vergadering van 28 April 1912.
Op de Vergadering van 23 Mei werd Dr. de Haan als Eere-voorzitter geïnstalleerd, waarbij hem een gecalligrafèerd diploma in portefeuille werd aangeboden, dat door de zorgen van onzen gérant een sierlijk stuk werk was geworden.
Onze Vereeniging heeft naar mijne overtuiging door het vertrek van de Haan een zeer groot verlies geleden.
De Haan heeft door vele demonstraties uit het rijke hem ten dienste staande materiaal, door opwekkende en steeds iets nieuws brengende voordrachten en zijn levendige deelname aan de discussies, het gehalte onzer bijeenkomsten tot een ongekend hoog peil weten op te voeren. Hij heeft het verstaan op aangename, opbeurende wijze ook de jongeren onder ons tot medewerking aan te sporen en hen daarbij de behulpzame hand te bieden, terwijl het hem gelukt is, bij velen onzer het gevoel wakker te schudden voor belangstelling in het wetenschappelijk deel van ons vak.
Kortom, hij heeft zich aan onze vereeniging gegeven geheel en al, lange jaren, schier onverpoosd. De belangen onzer Vereeniging heeft hij steeds voorgestaan met al de kracht die in hem was.
Met het vertrek van de Haan is een medicus uit Indië heengegaan, wiens loopbaan hier een schoone en gelukkige geweest is, omdat zijn leven hier vol is geweest van succesvollen arbeid, die lang na zal werken ten goede.
Wij hebben' in hem verloren een Voorzitter, uit wiens leven een decennium, tevens een voornaam stuk geschiedenis onzer Vereeniging is geworden.