Verslag van de lotgevallen der Vereeniging tot Bevordering der Geneeskundige Wetenschappen in Nederlandsch-lndië over het jaar 1912,

uitgebracht in de Vergadering van den 24sten Januari 1913 door den Voorzitter der Vereeniging Dr. J. A. WILKENS.

M. H.

Volgens Art. 5 van ons huishoudelijk reglement rust op den Voorzitter de plicht, een verslag uit te brengen over de lotgevallen onzer Vereeniging en die harer leden in het afgeloopen jaar. Ik wensch hiermede daaraan te voldoen.

Onder onze correspondeerende en honoraire leden deden zich geen mutaties voor. a

Wij hadden gelukkig geen verliezen door den dood te boeken onder onze gewone en buitengewone leden.

Ik acht het echter niet misplaatst, hier een oogenbl k te herdenken het verscheiden van ons oud-mede-lid Dr. I. Groneman, die den 2den December 1912 op 80 jarigen leeftijd te Djokjakarta overleed. Op 26 jarigen leeftijd kwam hij als jong medicus in deze gewesten, werd reeds spoedig lijfarts van den Sultan van Djokjakarta, wat hij lange jaren bleef met uitoefening der particuliere praktijk aldaar. Bij zijn oud-patiënten en aan het inlandsche hof stond hij in hoog aanzien. Zijn menschenmin en onbaatzuchtigheid waren tot ver in den omtrek bekend.

Wij medici kennen hem allen uit het vuur en de hardnekkigheid, waarmede hij zijn „Creolinetherapie bij cholera" verdedigd heeft in tal van dagblad-artikelen en brochures.

Nog meer dan als medicus is Groneman van beteekenis geweest als oudheidkundige.