De horizontale afmetingen van den waterbak, van binnen gemeten, waren 1,14 bij 0,625 M.
Den 4-10 werden in den tot 0,285 M. gevulden bak een aantal larven van anoplieles en culex gedaan, die daarin zeer goed bleven leven.
Den 7-10 werden 0,852 L. van een verdunning van 30 cM. XEX op 1 L. water in den bak gegoten en doorgeroerd. 8-10 waren nog eenige larven in leven; 9-10 geen enkele.
14-10. Bak gevuld tot 45 cM. Er worden 7 visschen (ikan batok) in den bak gedaan en daarna 1 proefblikje (30 cM3.) Xex, eerst in een liter water geschud, er bij gedaan.
15-10. De visschen zijn nog springlevend. Een.aantal larven van muskieten toegevoegd en de bak voor het grootste deel met een deksel bedekt.
16-10. Eén visch dood; vele muskietenlarven nog in leven.
17-10. Overige visschen in leven. Vele larven dood, er zijn er echter nog vele over, waarvan zich een aantal tot poppen heeft ontwikkeld,
27-10. Versch water tot 0.5 M. Hierin de 6 visschen met een groot aantal muskietenlarven. Daarna 15 cM3 XEX, in 1/2 L. water aangelengd, toegevoegd.
29-10. Nog vele larven in leven.
30-10. Veel larven zijn dood, enkele hebben zich tot poppen ontwikkeld, en tot volwassen insekten.
31-10. Geen enkele larve meer in leven, 1 visch dood.
Visschen weg gedaan.
3-11. Bak gevuld tot 0,65 M. Daarna een groot aantal larven er in gedaan, waarop 20 cM3. XEX, vooraf verdund, wordt toegevoegd.
4-11. Een groot deel der larven is dood; er zijn er echter nog meer in leven ; vele zijn poppen geworden.
8-11. Vrij vele poppen hebben zich tot muskieten ontwikkeld, 10-11. Er komen jonge larven, uit door muskieten in het water gelegde eieren tot oiltwikkeling.
Wij kunnen deze uitkomsten als volgt samenvatten:
56