In de huiddeelen trof men de blastomyceten in groot aantal aan en overal waar zij voorkwamen veroorzaakten zij sterke veranderingen van het weefsel.
Ook bij de overige huidblastomycosen komen in de zieke weefseldeelen de spruitzwammen in zeer groot aantal voor. Het centrum der ietwat oudere afwijkingen bestaat uit nekrotisché massa's, waarin ontelbare blastomyceten. In liet weefsel, waarin deze abscesjes liggen, vindt men eveneens de blastomyceten in groot aantal, deels vrij, doch voor een groot deel ingesloten in cellen, die veelal het karakter van reuzenceilen verkrijgen. In de meest periphere deelen der afwijking waar ook seriecoupes de blastomyceten niet doen ontdekken, vindt men alleen maar woekering der bindweefselelementen, die deels tot epitheloïde cellen worden gemetamorfoseerd, deels reuzenceilen gaan vormen.
Eigenaardig is de kolossaal sterk uitgesproken epitheelwoekering, die zoo sterk kan zijn, dat er pseudotumorvorming ontstaat. Werkelijk hebben dan ook hierom vele onderzoekers, w.o. vooral Sanfelice '), sterk geijverd voor de blastomykotisclie genese der tumoren.
Als een bijzonderheid der blastomykotisclie veranderingen in de huid vermeldt Buschke nog speciaal het ontbreken van vascularisatieprocessen, zooals zij bij andere granulatie-tumoren worden waargenomen.
Morphologisch komen de blastomyceten, door de boven vermelde onderzoekers gevonden, geheel overeen met die welke door mij zijn aangetroffen, terwijl ook de cultuur zeer veel overeenkomst vertoont. Biologisch verschillen onze parasieten in een zeer voornaam opzicht van de als typische pathogene vormen geldende, en wel hierin, dat zij geen suikers doen gisten. Ook vormen onze parasieten geen sporen en behooren zij dus niet tot de saccharomyceten.
J). T. Sanfelice. Ueber die pathogene Wirkung der Sprosspilze. Zugleich ein Beitrag zur Aetiologie der bösartigen Geschwülste. Centralbl. f. Bakt. und Parasitenk. Bnd. 57 p. 625.