Nauwelijks was de wond genezen of patiënt bemerkte in liet litteeken een knobbel, rood van kleur. Deze werd langzaam grooter; patiënt trad weer als eigen heelmeester op en incideerde den knobbel met behulp van een scheermes; er kwam bij deze operatie geen pus, maar bloed en ook nu was patiënt niet gelukkig met zijn therapie, daar de zwelling toenam en er zich bovendien nog andere knobbels in de direkte omgeving van den primairen haard ontwikkelden.

Bij het onderzoek op 11 April vertoonde patiënt op de dorsale vlakte van zijn linker grooten teen, en proximaal hiervan een hobbeligen tumor, die bestaat uit verschillende knobbels. De kleur dezer knobbels is lichter dan die der omgevende huid. Teekenen van ontsteking ontbreken zoowel in den tumor als in diens direkte omgeving. De tumor maakt veeleer den indruk van te bestaan uit een conglomeraat van verschillende bobbels, welke niet alle even groot zijn. De grootste vindt men in liet centrum; naar de peripherie toe worden ze kleiner. De omgeving van den tumor is sterker gepigmenteerd dan de normale huid en is eenigszins gezwollen. Enkele der knobbels zijn op den top met korstjes bedekt. Bij palpatie blijkt de tumor niet pijnlijk te zijn. Hij voelt vast-elastisch aan. Terwijl het midden van den tumor onbewegelijk op de onderlaag is, kunnen de periphere deelen wel bewogen worden.

Tegen 24 April kreeg patiënt een onsteking, met zwelling en sterke pijnlijkheid van het linker kniegewricht. Koorts tot 38.4° C. trad hierbij op.

Patiënt beweert, dat het niet de eerste keer is, dat zijn linker knie ontstoken raakt. Eens was de ontsteking de voorbode van een absces ergens op het been (waar weet patiënt niet meer te vertellen). Uit dit absces zou er een draad (?) verwijderd zijn.

Nadat de acute ontstekingsverschijnselen zijn teruggegaan wordt de knieholte gepuncteerd; hierbij ontlast zich