Soms weer vertoonen de draden knopvormige verdikkingen van de uiteinden.
Het maakt den indruk, alsof tusschen de draden en de zoo juist beschreven halterlichamen een verband bestaat en wel schijnt het alsof de halterlichameii, door zich met de einden tegen elkaar aan te leggen, tot de vorming van een draad kunnen voeren.
In Fig. 20 ziet men het begin van eene dergelijke rangschikking.
De Kurlofflichamen bij verschillende fixatieen kleurmethoden.
Bij kleuring volgens Giemsa van met absoluten alkohol, alkohol-aether of methylalkohol gefixeerde preparaten krijgt men al naar de meer of minder goede fixatie meer of minder goede beelden. De Kurlofflichamen zijn echter zulke teere vormsels, dat men wel haast nooit besluiten zal mogen trekken uit de studie van preparaten die eerst luchtdroog gemaakt en later met een of ander fixatiemiddel behandeld zijn. Mijne ervaring is, dat onder zulke omstandigheden de Kurlofflichamen zich onder de meest bizarre vormen voordoen, vormen, die allerduidelijkst de minderwaardigheid der droge fixatiemethoden illustreeren.
Veel betere resultaten gaf reeds de Giemsakleuring van in vochtigen toestand met behulp van osmiumdampen gefixeerde lichamen. In zulke preparaten kan men soms in het centrum der Kurlofflichamen (die azurophiel gekleurd zijn) een centraal gelegen donkerder azuurrood gekleurde massa bespeuren. Deze massa maakt soms den indruk van te bestaan uit een opgerolden draad. In andere lichamen kwam het soms tot de kleuring van meestal zeer onduidelijke granula.
■ Het ideale fixatiemiddel voor de Kurlofflichamen blijftj althans naar mijne ervaring, de sublimaat-alkohol. Aldus