lichamen verscheidene korrels voorkwamen, die eenigen tijd later met een ruk naar het centrum van het lichaam snelden om daar tot een solitaire korrel te versmelten.

Ook treden er in andere preparaten, om het Kurlofflichaampje, dat zicli als vacuole voordoet, tal van zich bruinrood kleurende korrels op. Hierdoor krijgt men beelden, die zeer veel gaan gelijken op bepaalde stadiën der vacuolevertering, zooals ze b.v. door Nierenstein voor de voedingsvacuoleu van Paramaecium caudatum zijn beschreven '). Het behoeft geen betoog, dat deze gelijkenis aileen ons niet het recht geeft de Kurlofflichamen als een met voedingsstoffen gevulde vacuole te beschouwen.

Het azuur II is voor de vitale kleuring der Kurlofflichamen een zeer veel geschiktere kleurstof en het is stellig eene groote verdienste van Schilling, deze kleurstof te hebben aanbevolen voor het onderzoek der Kurlofflichamen. Gebruikt men zeer verdunde oplossingen vau Viooo, Vaooo- dan blijven de Kurlofflichamen een tijdlang ongekleurd en ziet men langzamerhand in de schijnbaar homogene substantie korrels optreden, die als diplokokken tegen elkaar aanliggen. Reeds spoedig treedt er eene verbinding tusschen deze paren van korrels op, waardoor er een halterfiguur ontstaat, daar het verbindingsstuk veel minder dik wordt dan de korrels.

Bij zeer langen inwerkingsduur en vooral als geconcentreerde oplossingen worden gebruikt, gelukt het om ook met azuur 11, evenals met neutraalrood, groote, soms solitair en dan in den regel centraal gelegen of multipele en dan verspreid voorkomende grootere korrels te kleuren (Fig. 9-15-19). Eigenaardig zijn beelden als Fig. 10-11, en 13-17 ons te zien geven. Hier is het gekomen tot de kleuring van draden, die soms van het eene eind, als een middellijn in een cirkel, naar het andere eind van het Kurlofflichaam loopen, in andere gevallen meer lussen vormen, die om elkaar geslingerd zijn.

]) F. Doflein. Lehrbuch der Protistenkunde 3<= Auflage pg. 93, Fig. 112.