maar van weefselzwelling was geen sprake, zoodat het bekleedsel volkomen glad was.

Van koorts of hoesten of zich ziek gevoelen is geen sprake.

Omtrent het verloop kan ik kort zijn. Met of zonder behandeling begint na weken de geringe lichtschuwheid te verminderen, het oog wordt iets beter geopend.

De plaatselijke zwellingen nemen af, zoodat de fijne zanderigheid van het bekleedsel minder wordt. Verdwijnen doen de troebelheden nimmer, wel worden ze dunner en doorschijnender. Bloedvaten ontwikkelen zich nooit van uit den rand naar die troebelheden; alléén in die gevallen, waarbij tevens een hoornvlieszweer bestaat, komen bloedvaten te hulp. Die hooi nvlieszweertjes, die eigenlijk niets met het ziektebeeld te maken hebben, ontstaan, wanneer in den sawahmodder fijne scherpe steentjes voorkomen en bij het wrijven een kleine afschaving van het hoornvlies veroorzaken.

In die gevallen kleurt fluorescine de verwonde plek sterk groen.

Van geneesmiddelen heb ik alles en nog wat aangewend, maar zag misschien alleen van wat dionin eenige bespoediging in de genezing. Bestaan er zweertjes, dan moeten deze natuurlijk met jodoform of xeroform of gele zalf enz. behandeld worden. Atropine is nooit noodig.

Dat sawahmodder de oorzaak der ziekte is, daaraan valt niet te twijfelen, maar hoe de besmetting tot stand komt, bleef mij duister ofschoon ik wel vermoedde, dat bacillen de oorzaak zouden zijn.

Bij het doorlezen van liet voortreffelijke werk van Th. Axenfelo, Die Bakteriologie in der Augenheilkunde, vond ik op blz. 291 het volgende. „Herberts i 11 tra - epi thel i ale „Kapselbazillen bei Keratitis punctata superficialis. Vor „einiger Zeit schickte mir der Vorstand des Augenhospitals „in Bombay, Major Herbert, einige Praparate zur Begut„achtung, welche einen selir eigenartigen Bakterienfund ent-