Wormen besmet zijn, kans zullen hebben te overlijden; het bij de secties gevonden gemiddelde zou dan door beide oorzaken hooger zijn, dan het gemiddelde van alle immigranten.
Hiertegenover wil ik aanvoeren, dat, waar een ziekte als de meningitis cerebrospinalis hetzelfde gemiddelde levert als alle overledenen te zamen, het niet waarschijnlijk is, dat deze invloeden groot geweest kunnen zijn; ook herinner ik mij niet dat de aan meningitis lijdende immigranten er meer anaemisch uitzagen dan de overigen.
Ik voor mij geloof dus, dat de gevolgtrekking is veroorloofd, dat m ij n getallen den graad van infectie der etni-greerende Javanen aangeven, doch daar het onbekend is, in hoeverre ankylostoniiasis de kans op infectie met bacterieele ziekten als de meningitis verhoogt, moet ik toestemmen, dal mijn getallen te hoog kunnen zijn.
Nog een andere restrictie moet ik maken, nl. dat niet alle groepen van emigranten met elkander gelijkgesteld mogen worden.
In de eerste plaats wil het mij voorkomen, dat de emigranten uit sommige gedeelten van Java niet of zeer weinig, uit andere streken daarentegen sterker zijn besmet; de gelegenheid om dit nader te bestudeeren ontbrak mij. In de tweede plaats zullen degenen die hun koelies laten komen van de emigratie-kantoren, welke strenger keuren, (ik noem als voorbeeld de firma Soesman uit Samarang), lieden krijgen, die veel minder zijn geïnfecteerd. Collega Schüffner deelde mij mede, dat hij onlangs bij 50 nieuwe vrouwelijke contractanten, welke volgens haar gezond uiterlijk een streng gekeurde groep voorstelden, gemiddeld 40 ankylostoma en 10 ascariden per patiënt had gevonden.
Doch juist in het eind van 1910 en gedurende 1911 heeft de groote vraag naar koelies er toe geleid, dat het gehalte der emigranten is gedaald. Soms zag men groepen lieden, van wie men zich moeilijk kon voorstellen, dat zij een medicus hadden gepasseerd.
Ik herinner mij b. v. een groep 10 of 12 voor één onder-