Het sub 3 vermelde kenteeken, de spina aan het staarteinde, reeds door P. Manson vermeld, werd in 1909 door Assmy nauwkeuriger beschreven, door Rodenwaldt bevestigd en als onderscheidingsteeken vastgesteld.

De fijne kanalen aan beide zijden van de spina, het eerst door Assmy gezien, en door Prieur en Fürth als karakteristiek voor ankylostomum aangezien, vind ik daarentegen ook bij den necator.

Het moeilijkst laat zich de af-of aanwezigheid der tanden beoordeelen, en wie zich alleen op dit kenteeken verlaat, zal licht verkeerd classificeeren, daar de lip-uitsteeksels der necatoren met tanden te verwisselen zijn. Laat men ecliter de parasieten in een petrischaal in rijkelijk water drijven, zoodat ze gemakkelijk om te draaien zijn, dan valt het niet moeilijk ze zoo om te keeren, dat men de tanden, welke op roofdier-nagels gelijken, herkennen kan.

2. De werking van Extractum Filicis, Areca Catechu en Thymotal vergeleken met die van Thymol.

Zoolang de strijd tegen het ankylostomum in Deli wordt gevoerd, welke door G. Maurer in het jaar 1895 werd ingeleid, is het door Bozzolo aanbevolen thymol het meeste gebruikt. In het begin van mijn Indische loopbaan heb ik getracht mij van zijne werking ten opzichte van andere praeparaten te vergewissen door de volgende proefnemingen.

a. Extractum Filicis Maris.

Voor één kuur werden 10 tot 12 gram extract gegeven, op de nuchtere maag. Des avonds te voren een laxans en eveneens 2 uur na de toediening van het middel.

21 wormdragers raken met extr. fil. 7 ank. en 0 asc. kwijt, eenige dagen later met thymol 1253 ank. en 4 asc.

Het middel heeft dus hoegenaamd geen effect.

b. Areca Catechu.

De versche, hier gemakkelijk verkrijgbare betelnoot werd fijngewreven en in dosis van 30 tot 40 gram toegediend.

Na twee uur een laxans.