zuigende insecten (vlooien, wandluizen). Was dit in 1903 nog niet algemeen erkend, op dit oogenblik is dit wel het geval en de prophylaxis moet dus werkzaam zijn in de richting van vernietiging niet alleen der ratten, maar ook van genoemde parasieten.
De hevige epidemie van longpest in Mantschoerije van 1911 heeft het veelvuldig voorkomen en het groote gevaar bewezen van de onmiddellijke overbrenging der longpest van mensch op mensch, ten gevolge van besmetting der huid of der slijmvliezen, in de allereerste plaats van die der luchtwegen. Dank zij de belangrijke onderzoekingen van Zabolotny weten we, dat het virus van de bubonenen van de longpest slechts in virulentie met elkander verschillen, en dat de tarbaganenpest, die de oorsprong is geweest van de epidemie in Mantschoerije, identiek is met de bubonenpest. Het overheerschen van den pneumonischen vorm der pest is een gevolg geweest van de onmiddellijke overbrenging van mensch op mensch, begunstigd door sociale en klimaatsinvloeden, terwijl de bubonenpest gewoonlijk het gevolg is van besmetting door parasieten, afkomstig van pestzieke ratten. Zabolotny heeft nadrukkelijk gewezen op den gewoonlijk korten duur der incubatie bij longenpest. Zij schommelt tusschen 24 uren en 3 dagen. Bij de bubonenpest is het uitzondering, dat de incubatie langer duurt dan 5 dagen.
Op grond van deze waarnemingen heeft de subcommissie met algemeene stemmen de volgende conclusie aangenomen : I n het algemeen is de duur der i n c u b a t i e-p e r i od e van de pest b ij den mensch niet langer dan v ij f dagen.
Met betrekking tot het gevaar, dat de pestlijder oplevert voor zijn omgeving, kwam de subcommissie tot het volgende besluit: De I ij der aan pest levert geen gevaar op, wanneer hij op zoodanige wijze is afgezonderd, dat hij buiten het bereik is van alle stekende