bleek, dat proefdieren door intraveneuse hedonalinjecties van 0.1— 0.2 gram per Kilo lichaamsgewicht in diepe narcose geraakten en 2—3 uur later uit de narcose kwamen en zich snel herstelden, begonnen met intraveneuse toediening van hedonal: eerst met, later zonder toediening van ditzelfde middel per os of per rectum.

Hedonal is moeilijk oplosbaar (1 °/0) in water, en kristalliseert in 1 °/o oplossing bij lang staan ujt. Daarom gebruikte hij een 3/4 °/o oplossing in physiologische keukenzoutoplossing, direct voor het gebruik gefiltreerd.

3—8 Minuten na het begin der hedonalinfusie waren de patienten in volle narcose; hiervoor was gemiddeld noodig 6—8 gram per uur narcose; de hoogste dosis voor een voldoende narcose was bij 45 personen 14 gram. De snelheid van instroomen was 100 cc. per minuut.

Tijdens en na de narcose kwamen geen ongevallen voor.

3 Maal werden thrombosen aan de armvene waargenomen zonder verdere gevolgen. Vier maanden later berichtte SiDOrenko in aansluiting aan de waarneming van v. Fedorow over 60 gevallen; de hedonaloplossing was de zelfde als die van v. Fedorow, zij was op 40° gebracht; onder 60—70 cM. drukhoogte spoot hij in met een infusiesnelheid van 50—60 cM. per minuut. Hij nam bij 100 cc. snelheid waar: cyanose, naar achter vallen van de tong, oppervlakkige respiratie, zelfs enkele malen stilstand van de ademhaling, die van zelf of na enkele rhythmische thoraxcompressies weer in gang kwam. Hedonal werkt blijkbaar op het ademhalingscentrum. De pols is wat frequent en de bloedsdruk wordt lager. Na de operatie een „Schüttelfrost" met zweeten.

Na invoering van 7—10 gram zag hij aanvallen van periodieke excitatie, waarvoor morphine gegeven moest worden.

Kort daarop kwam een mededeeling van Kadjan en Schor over hedonaldood bij een man van 63 jaar met arteriosclerose. Anderhalf uur voor de operatie was 5 gram hedonal per