is verschillend. Dikwijls komt voor, dat de patienten hiermede in het geheel niet in narcose zijn te brengen en verder is de prikkeling der ademhalingsorganen door den aether een zoo hevige, dat men bij-alcoholici en menschen, lijdende aan een aandoening van nens, keel of longen, hiervan liever geen gebruik maakt.

Eerst, nadat men geleerd heeft de verschillende narcotica met elkaar te combineeren en op die wijze de blijkbare nadeelen van ieder te verminderen, is de aether weer meer in toepassing gebracht.

De subcutane methode van Schneiderlin voor algemeens narcose inoest verlaten worden niet alleen om zijri onbetrouwbaarheid in het optreden der anaesthesie, maar vooral vanwege zijn groote mortaliteit (1 °/o) en de nog meer voorkomende voorbijgaande verschijnselen van den kant van het hart. lil combinatie evenwel met aether als inhalatie of respiratoire methode ontneemt zij veelal de onaangename verschijnselen aan den aether, en grootere statieken geven een daling aan in 't optreden van longcomplicaties van 7.2 % tot 0.56 °/„.

Eigenaardigheden bij de respiratoire methode zijn:

1: Dat men beperkt is tot zeer vluchtige zelfstandigheden.

2. Is 't een indirecte methode: 't anaestheticum wordt geabsorbeerd uit de dampen, in de luchtwegen ingevoerd, zoodat de dosis, opgenomen in het bloed, afhankelijk is van' de wisselingen in de ademhaling: larynxspasmus, stilstand van ademhaling, frequentie en kracht der in- en expiraties, variaties in druk in de borstholte, en in de secretie van mucus.

3. Als een ernstig gevaar moet beschouwd worden "t blootstellen van een groote oppervlakte der longen aan irriteèrende dampen, vooral bij een langdurige narcose.

4. Om een algemeene anaesthesie te krijgen, moet het product in de- bloedsbaan worden opgenomen en daarin op een zeker percentage worden gehouden. Iedere meerdere