IETS OVER NARCOSE:
Infusie- en Rectaalnarcose ').
door
M. H. KNOCH.
(met een plaat).
Met recht heeft men zich er het laatste tiental jaren op toegelegd, de algemeene anaesthesie zoo ongevaarlijk mogelijk te laten verloopen. Na een lange periode van experimenteele studie over de pharmacologische eigenschappen van chloroform is het feit vastgesteld, dat de inademing van een gas, dat niet meer dan 2 % chloroform bevat, voor practische doeleinden ongevaarlijk is. Op dit feit berustte de uitvinding van verschillende ingenieuse apparaten z.a. van RoTH-DRaGER, Dubois en Vernon Harcourt. Na lang protest kon verder worden vastgesteld, dat niet alleen gevaren dreigen tijdens de narcose, maar ook gedurende eenige dagen daarna. De voorwaarden, waaronder postanaesthetische acidosis meest optreedt, zijn beter bekend dan vroeger, en al is er nog geen algemeene overeenstemming over de oorzaken van den laten chloroformdood, menig narcotiseur en operateur zal thans aarzelen chloroform toe te dienen of te laten toedienen in gevallen van chronische of acute septische processen bij jonge personen, inanitie of diabetes. Aether heeft veel minder de eigenschap, deze complicatie te voorschijn te roepen.
De wijze, waarop aether door inhalatie wordt toegediend,
J) Naar een voordracht, gehouden in de vergadering der Vereeniging tot Bevordering der Geneeskundige Wetenschappen te Batavia op 15 Februari 1912.