een stel van twee halve of heele bamboes boven en beneden uitgespannen (tjapitan).
De deur, deurposten en drempel bestaan meestal uit gedek
of bamboe.
De voornaamste meubels in de woning zijn de bale-bale's; men vindt deze banken in alle vertrekken. Bij de meer gegoeden zijn zij vaak uit hout vervaardigd. Meestal echter vindt men haar uit bamboe bestaan. Twee stevige bamboes vormen de lange kanten (waton); zij rusten op twee paar pooten, die niet zelden in een gat in den grond zijn bevestigd. De watons zijn onderling verbonden door dwarslatten die er meestal niet boven op zijn vastgespijkerd, maar bevestigd in gaten, die daartoe aan de binnenzijde van de watons zijn uitgesneden. Boven de bale-bale hangt, met touwen aan de oesoeks van het dak bevestigd, een voorwerp (pogo), dat men het beste beschrijft als een bale-bale zonder pooten. De pogo dient in de keuken tot het bewaren van voorraden en beschut in de slaapkamer tegen lekkage van het dak. Bij de meer gegoeden vindt men vaak kleine voorraadschuren (loemboeng) en stal (kandang) op het erf, al of niet tegen het huis gebouwd; bij velen werden de voorraden echter in de woning bewaard en vindt ook het vee binnenshuis onderdak.
De nestelplaatsen der hui[sratten.
Voor ik de vindplaatsen wil rangschikken moet ik in het kort beschrijven op welke wijze de huisrat voor haar nesteling van materiaal en constructie gebruikt maakt. De plaats bij voorkeur is het inwendige van de horizontale bamboe van dak, geraamte, bale-bale en pogo; de rat verschaft zich meestal toegang door de rost (tusschenschot) aan een der buiteneinden van de bamboe door te knagen; zij maakt een haast ronde opening in het midden van de rost en breidt langzamerhand dan haar gebied in de bamboe uit door de volgende rosten één voor één te doen verdwijnen.