pesthuizen worden vaker versche pestratten gevonden dan in de huizen.

III. De huisratten nestelen tot in de onmiddellijke nabijheid van den mensch.

IV. De gewone parasiet van de huisrat is loemopsylla Cheopis, die bij proefnemingen is gebleken in hongerigen toestand ook den mensch als gastheer te kiezen.

V. Versche pestratten zijn herhaaldelijk gebleken een zeer hoog aantal vlooien te herbergen.

VI. In de maag van zulke vlooien zijn virulente pestbacillen aangetoond.

III. Bestrijding van Pest door verbetering van Woningen.

Uit de kennis van de omstandigheden waaronder de mensch met pest besmet wordt, blijkt dat het vergrooten van den afstand tusschen den mensch en de rat als machtig middel tot bestrijding van de ziekte in aanmerking komt. Met zoogenaamde „verdelging" van ratten door vallen, vergif en rattenjagers wordt dit doel niet bereikt. Het zijn de in huis op haar nest aan pest gestorven ratten, die het gevaar voor den mensch opleveren. Wil men dit gevaar afwenden, dan moet men de ratten de gelegenheid ontnemen zich in de nabijheid van den mensch te nestelen. Het pestvraagstuk in een land, waar eenmaal ratten besmet zijn, komt dus uit een oogpunt van rechtstreeksche prophylaxe, op een woningvraagstuk neer.

Voor de oplossing van het woningvraagstuk is een nauwkeurig onderzoek van de samenstelling van de woning in verband met de vindplaatsen der rattenesten noodzakelijk. Tot het verkrijgen van gegevens die in de toekomst den weg zullen wijzen, doen wij de woningbrigade's, die ten getale van 50 in de afdeeling Malang begonnen zijn de huizen tegen invasie van ratten te beschermen, hun vondsten aanteekenen. Uit deze aanteekeningen leeren wij, welke deelen