dood van de pestrat, wanneer liet koude lichaam aan deze huidparasiet geen behagelijke verblijfplaats meer biedt.
2e. De rat, meer in het bijzonder de huisrat, sterft in de woning van den mensch, dus in diens nabijheid. Na het verlaten van het rattelijk leeft deze vloo tijdelijk verscholen in het stroo en den afval van verlaten rattenesten, verder in zaagsel, doch ook in kisten, koffers, kasten en de daarin opgeborgen kleederen en goederen.
Heeft rattepest eenigen tijd geduurd, dan is de rattebevolking gedund. De kans, dat de tijdelijk op zich zelf levende vloo een nieuwe rat vindt, is daardoor zeer verminderd. De honger nijpt en ze valt den nabij zijnden mensch aan, op wie ze de pest, waaraan haar gastheer stierf, overbrengt.
Dit beduidt dat de pest in huis wordt opgedaan en dat het voor een ieder zaak is, zulk een geïnfecteerde woning te verlaten en gedurende langeren tijd te vermijden.
De maatregelen ter bestrijding bestonden in: le. Voorlichting van het volk.
2e. Verdelging van ratten.
3e. Evacuatie van lijders en omgeving. 4e. Behandeling van de verlaten huizen. 5e. Maatregelen in de scholen.
6e. Maatregelen in de pandhuizen. 7e. Vaccinatie.
Is het volk en zijne hoofden op de hoogte van het dreigend gevaar, is men in staat het eenigszins te doordringen van de noodzakelijkheid van den strijd en van de meestal sociaal hinderlijke maatregelen, welke daartoe moeten worden genomen; weet men ten slotte het vertrouwen der bevolking te winnen en eenigszins te doen begrijpen, dat men hulp komt brengen, dat de maatregelen genomen worden in haar eigen belang en dienen ter bescherming van leven en gezondheid, zoo