welke als luchtafvoer en als condenswater-afvoerkranen gebezigd kunnen worden.
De met bagage en lijfgoederen gevulde, en door een slot afgesloten volièregaaskistjes worden op de daarvoor bestemde lorrie geladen, die op de verhoogde laadplaats (dus buiten den wagen) staat, en waarop 24 koffertjes geplaatst kunnen worden.
De lorrie wordt daarna over de neergelaten voorkopschotdeur in den wagen geduwd en vastgezet, waarna de deuren in voor- en achterkopschot hermetisch worden gesloten.
De desinfectie geschiedt in vier perioden. Ie. Voorwarmingsperiode (ongeveer 20 minuten).
Luchtkraan zoowel als condenskraan worden geopend voor het uitlaten van de lucht en van het tijdens de bewerking zich op den vloer verzamelende condenswater. Dan wordt stoom toegelaten door den injecteur. (Om het aanzamelen van condenswater in de stoomaanvoerleidingen tijdens de bewerking te verhinderen, zorge men voor eene goede isolatie dier leidingen of men brenge aan het einde der horizontale stoomleiding een condenskraan aan, welke steeds een weinig wordt opengelaten om de pijp op temperatuur te laten).
Er moet voor worden gezorgd dat de stoomdruk in den ketel tusschen 5 en 6 atmospheer schommelt en dat de temperatuur binnen de desinfectiewagens om en bij de 60° Celsius blijft (te contröleeren door de thermometers).
Overschrijding der temperatuur tot 65° kan beschadiging van verschillende goederen ten gevolge hebben.
Het toelaten van den stoom gedurende deze voorwarmingsperiode moet 20 minuten duren om zekerheid te hebben, dat alle aan de desinfectie onderworpen goederen ook inwendig de temperatuur van 60° hebben bereikt. Men is er dan van verzekerd, dat ook in het binnenste der goederen de maximum waterdampspanning voor 60° C. bestaat, wat eene spoedige door-