komsten zijn de richtsnoer voor een doeltreffend ingrijpen. De uitkomsten van liet door Dr. de Haan verrichte en later door Dr. van Loghem voortgezette laboratorium-onderzoek gaven plaats en richting aan, waarheen de strijdkrachten moesten worden gericht.

Resumeerende kon uit het medegedeelde in Hoofdstuk I en II worden vastgesteld:

le. dat de ziekte epidemisch voorkwam, en wel 2e. in het geheele dal van de afdeeling Malang, doch voornamelijk in de districten Penanggoenganen KarangLo. Het district Pakis bleef vrij, zoo ook het district Ngantang, met uitzondering van het gedurende korten tijd besmette onderdistrict Poedjon.

Hoofdstuk III.

Bepaling van den tijd sinds wanneer de eerste vermoedelijke gevallen voorkwamen.

Bij het onderzoek sinds wanneer de ziekte in het bovenbeschreven gebied heerschte, werd gestooten op de eigenaardige bezwaren, welke de phantasie van een opgeschrikt volk medebrengt. Zoo zouden in October en November in de Zuiderdistricten Toeren en Sengoeroeh reeds geheele kampongs zijn uitgestorven aan verschijnselen, welke nu als builenpest en longpest werden herkend.

Zoo ook in het Noorden bij Bedali. Bij een nader onderzoek in loco en persoonlijke navraag in de betrokken kampongs reduceerden zich deze kampongs tot eenige familie's. De nog overlevende naastbestaanden dezer familie's werden opgeroepen en opgezocht. Slechts enkelen konden getuigen van huizen, waarvan de bewoners na een kortstondig ziekbed onder verschijnselen van koorts en klierzwelling allen waren overleden. In de districts-hoofdplaats Kepandjen en Toeren werden van verschillende zijden, onafhankelijk van eikaar, verklaringen afgelegd, dat men in de maanden Sep^