Na de ontdekking van den pestbacil is zeker een groote stap gedaan in de richting eener spoedige en zekere diagnose. Men verlieze echter niet uit liet oog, dat de kans, praeparaten te treffen welke den pestbacil duidelijk vertoonen, niet zoo groot is.
In het bloed van pestlijders komt de pestbacil slechts voor bij pestsepticaemie, een vorm, die vooral in de eerste gevallen der epidemie, welke licht plegen te zijn, nietveel wordtaangetroffen.
In den etter der verweekte lympheklieren komen ze niet, of uiterst schaars voor.
Kliersap door punctie's in de pijnlijke klier is niet zoo gemakkelijk te verkrijgen door tegenstand van den patiënt.'
In de gekleurde praeparaten, die ten slotte het laboratorium bereiken, vertoont de pestbacil niet altijd dien sterk sprekenden typischen vorm, welke voor eene eerste diagnose noodig is, om met zekerheid een uitspraak te kunnen doen.
Zoodra reeds tevoren met zekerheid pestgevallen in den omtrek zijn gediagnostiseerd, heeft daarentegen bij het vinden dier atypische vormen een zekere uitspaak alle reden van bestaan.
Om uit vele voorbeelden een greep te doen: De geschiedenis van de pest te Johannisburg. De ziekte werd daar in Maart 1904 herkend. In Februari 1903 kwamen reeds verdachte gevallen voor, welke bacteriologisch geene bevestiging vonden. De gevonden bacillen werden voor pneumococcen aangezien. Eerst toen de epidemie duidelijk werd, begreep men, dat de vroeger miskende gevallen pest waren.
Reeds in Januari 1903 werd een duidelijke sterfte onder de ratten opgemerkt. De bacterioloog was niet in staat Uitsluitsel te geven of hier pest in het spel was, daar de rattelijken hem in vergevorderden staat vgn ontbinding bereikten. Geruchten, welke ten slotte tot Europa doordrongen, gaven aanleiding tot het volgende telegram van den Luitenant Gouverneur van de Transvaal aan den Geneeskundigen Dienst in Mei 1903:
„Suspected cases from Johannisburg not bubonic plague. ?,Five cases have been recently referred to Government