voorkwamen in de districten Malang, Karang Lo, Gondang Legi en Penanggoengan.

Een nader locaal onderzoek, behalve dat van den Dr. djawa Soemowidigdo, was nog niet verricht, en daar dit blijkens de inlichtingen van den E. A. Officer van Gezondheid der 3e Mil. Afdeeling urgent bleek, begaf ondergeteekende zich den volgenden dag 30 Maart naar Malang en van daar dadelijk naar Batoe, dat als brandpunt der ziekte werd genoemd.

Door den Ass.-Resident werd medegedeeld, dat het Binnenlandsch Bestuur sinds einde Januari herhaaldelijk de aandacht vestigde op eene buitengewone sterfte onder de bevolking, vooral der districten Karang Lo en Penanggoengan, verder Malang en Gondang Legi. De eenige beschikbare medische autoriteit voor een onderzoek in loco, de Dr. djawa Soemowidigdo werd er herhaaldelijk heen gestuurd; hij wist met deze kwaadaardige koortsen, welke de slachtoffers binnen enkele dagen naar het graf sleepten, geen weg, hield ze voor pernicieuse malariakoortsen, en later na eenige litteratuurstudie voor „Drüsenfieber".

Men heeft dezen ijverigen Inlandschen arts er wel eens voor verantwoordelijk willen stellen, dat de ziekte in het Malangsche niet eerder ontdekt werd. Men verliest uit het oog, dat een der voornaamste grondslagen, waarop eene medische diagnose omtrent eene besmettelijk ziekte wordt gesteld, wel deze is, dat ze in het land meer is voorgekomen.

Zelfs worden de eerste gevallen van bekende epidemische ziekten vrij geregeld miskend, wanneer zulk eene ziekte in langen tijd niet voorkwam.

Hoeveel choleralijders worden, wanneer de cholera zich langen tijd niet vertoonde, als zoodanig miskend, daar waar ze in een land hare intrede aanvangt. Zoo was het met haar laatste bezoek. Toch is cholera op Java eene zeer bekende ziekte, waarvan ieder medicus, die hier eenigen tijd vertoefde, de klinische symptomen door aanschouwing kent.