pressiegevoel wordt geklaagd. Behalve intraveneus spuit Rogers, als de bloeddruk (bij Europeanen) 80 niM. of minder is, ook alle 3-4 uur '/2-l pint hoog rectaal in; hiermee gaat hij door tot minstens 2 pints urine per 24 uur worden geproduceerd.

Na intraveneuse injecties ziet men dikwijls febriele reactie, vaak beginnend met rigor, waarbij onder omstandigheden de temperatuur gevaarlijk hoog kan stijgen. Een reactie van 38 tot 39°5 kan geen kwaad, maar als de temperatuur nog hooger stijgt moeten koude afwasschingen, ijslakens, ijsbed e.d. worden toegepast. Waar de rectaaltemperatuur vóór de intraveneuse injectie reeds hoog was, neemt men de temperatuur der injectievloeistof lager, zooals reeds vroeger is aangegeven.

Voor verdere bijzonderheden verwijs ik naar het vorige referaat.

Rogers heeft nu in Palermo 22 dagen gewerkt, welken tijd hij in twee perioden splitst. In de eerste 10 dagen marcheerde de zaak nog niet goed, vooral doordat hij geen Italiaansch kende, waardoor hei erg moeielijk was, alles, wat hij noodig vond, gedaan te krijgen. In de tweede periode ging dit beter. In de eerste 10 dagen behandelde hij 27 patienten volgens zijne methode met een mortaliteit van 48,2°/0, in het tweede tijdperk 40 patienten met een sterfte van 40%. De resultaten waren niet zoo schitterend als in Calcutta, waar de sterfte tot 23% daalde, maar hij schrijft dit toe aan een minder consequente toepassing der methode, en rekent uit, dat als alles precies had kunnen gebeuren zooals hij het gewenscht had, de mortaliteit ongeveer 25°/o zou geweest zijn.

Zijn verblijf in Palermo heeft hem in hoofdzaak geleerd, dat men nog vroeger met de intraveneuse injecties moet beginnen dan hij eertijds heeft aangegeven. Hij is tot deze conclusie gekomen doordat verscheidene gevallen, die, omdat ze een vrij goeden pols hadden en een bloeddruk van