toe, ook een aanvullend artikel van Rogers te refereeren, dat geschreven is naar aanleiding van de gedurende een cholera-epidemie te Palermo opgedane ervaringen.
Zooals bekend is, stelde R. de indicatie voor zijn injecties op den bloeddruk. Was deze bij Inlanders gedaald tot 70, bij Europeanen tot 80, dan greep hij dadelijk in. Hierin heeft hij in twee opzichten wijzigingen gebracht, nl. 1°. is hij gekomen tot ruimere toepassing, en 2°. heeft hij als tweeden indicator voor de inspuitingen aangegeven het soortelijk gewicht van het bloed, voor de bepaling waarvan hij een in de practijk zeer gemakkelijk en in een oogenblik tijds uit te voeren methode aangeeft. Hij heeft namelijk in voorraad twaalf kleine fleschjes, gevuld niet een mengsel van glycerine en water in verschillende verhoudingen, van een soortelijk gewicht van 1048, 1050, 1052 enz. tot 1070. Een druppel vingerbloed, opgezogen in een fijn uitgetrokken buisje, wordt voorzichtig midden in de vloeistof van een der fleschjes uitgeblazen. Zinkt hij, dan is hij zwaarder dan de vloeistof; drijft hij, dan is hij lichter. Men brengt dan een tweede droppeltje in een minder, resp. meer geconcentreerde glycerine-oplossing, tot dat men aan een fleschje komt, waarin de druppel eenige secunden blijft zweven. Het op dit fleschje aangegeven soortelijk gewicht is dat van het bloed. Zinkt een droppel in één fleschje en drijft hij in het volgende, dan ligt natuurlijk het s. g. tusschen die twee in. Zooals men ziet, een practische variant van de oude methode van Hammerschlag.
Vindt men bij een choleralijder het s.g. van het bloed 1063 of 1064, dan spuit men bij een man 4, bij een vrouw 3'/2 pint (1 pint = 568 cc.) van de vroeger aangegeven oplossing in. Is het s.g. 1066 of hooger, dan injicieert men 5-6 pints, het laatste gedeelte echter langzamer dan het eerste. In het algemeen spuit hij 4 oz. (1 oz. 32 gram) per minuut in tot de pols weer goed is en verlangzaamt dan het tempo, speciaal wanneer over hoofdpijn of op-