met Fritsch en door irrigatie van de uterusholte de lochiën gelegenheid te geven af te vloeien. Bij het inbrengen van den catheter bleek een spasmus van het heele halskanaal van den uterus te bestaan en moest ik van af het ostium externum tot aan het ostium internum tamelijk veel kracht aanwenden om den sterken weerstand te overwinnen.
Bij het afvloeien van de bloederige, met „Fetzen" gemengde spoelvloeistof verspreidde zich zoo'n foetor, dat de assisteerende collega zich even moest verwijderen met het oog op sterke nausea. Commentaar overbodig. Het lochiaalsecreet was in sterke rotting overgegaan, het opheffen van den spasmus van den uterushals was levensreddend, de vrouw genas spoedig.
Verder kunnen niet septische koortsen te voorschijn geroepen worden door den door Doederlein beschreven bacillus vaginalis, waarvan curve VI een voorbeeld geeft. In het lochiaalsecreet van deze kraamvrouw werden geene streptococcen, wel deze staafjes aangetroffen.
Dat niet alle aseptische koortsen in het kraambed in hunne oorzaak verklaard kunnen worden, bewijst o. a. curve VII en de vormen van z. g. Spatfieber, door von Winckel beschreven. Ook door mij werd eene enkele maal den 12e», zefts 1 maal den 14en dag eene hooge koorts opgeteekend, die niet langer dan 20 uren aanhield en waarna de vrouw weder volkomen normaal was. Nog diene opgemerkt, dat ook in deze beide gevallen het een abnormalen partus betrof, waarbij ingegrepen was gewordeu.
Alvorens tot de eigenlijke infectiekoortsen over te gaan, wenschte ik er op te wijzen, dat eene plaatselijke infectie van de mamma (circumscripte lymphangioitis), die eene flinke verhooging van temperatuur kan geven, nog al eens door mij werd waargenomen zie (curven VIII, Villa en VIIIó).
Bij de septische infecties van de puerpera speelt de streptococcus de hoofdrol, hoewel het bij lange na niet gemakkelijk is een vaststaand criterium voor de meer-