onberispelijk afliepen o.a. bij vroeg opstaan en waar op den 5e» resp. 7en dag van liet kraambed een vrij belangrijke stijging van de temperatuur optrad, met harde pijnlijke zwelling van de mammae, (die eene enkele keer tot abscesvorming aanleiding geeft), welke koorts op den 7en resp. llen dag tegelijk met de zwelling van de mammae verdween; voor welke bij grondig onderzoek geen enkele andere afwijking, ook geen resorptie, kon worden aansprakelijk gesteld, daar meen ik mij te moeten scharen aan de zijde der oude medici en aannemen, dat de koorts teweeg gebracht werd door stoornis in het normale verloop der zogsecretie.
Wanneer we de physiologie van het zeer ingewikkelde proces der zogsecretie nagaan, dan kan de mogelijkheid niet worden ontkend, dat stoornissen in dat proces tot temperatuursverhoogingen aanleiding kunnen geven, die bij gevoelige naturen zelfs eene aanmerkelijke hoogte kunnen bereiken.
In de voor mij hier toegankelijke literatuur geeft alleen Bumm het bestaan van „Milchfieber" aan.
Temperatuursverliooging tengevolge van koprostase werd door mij nooit waargenomen, aangezien steeds voor voldoende defaecatie werd gezorgd.
Wel nam ik koortsen waar tengevolge van, zooals gezegd, psychische emoties, verder lichamelijke inspanning, b.v. verbedden, opstaan (curve IV).
Ook de sapramische intoxicatie, die men bij den incompleten abortus zoo dikwijls waarneemt, mag hier niet onvermeld blijven; deze komt in het kraambed herhaaldelijk voor; de curven V en V« geven hiervan een duidelijk beeld.
In beide gevallen hadden de saprophyten uit de vagina kans gezien zich lsngs de achtergebleven stukjes vlies in den uterus te begeven, op eene wijze zooals Bumm zoo juist demonstreert (zie figuur A).
Dat een sapramische intoxicatie zelfs gevaarlijk kan worden bewijst curve VI, die een geval voorstelt van lochiometra, welk geval hier in extenso wordt medegedeeld.