Bij sectie bleek, dat het hart sterk vergroot was, doch kon microscopisch geen degeneratie worden aangetoond.

Toch vermeen ik dat aangenomen moet worden, dat de haan aan polyneuritis gestorven is, daar in zeer snel verloopende gevallen degeneratie veelvuldig ontbreekt en het verloop op polyneuritis wees.

Wanneer de resultaten van deze proef bijeen worden genomen, dan blijkt, dat bij voeding met afgewerkte ongekookte witte rijst, van de drie hanen, na vier maanden, één nog gezond was, één na ruim drie maanden overleden was aan polyneuritis, terwijl de derde na drie en een halve maand vermoedelijk ook aan polyneuritis was te gronde gegaan.

Serie C. Drie hanen, later nog een vierde, werden gevoed met afgewerkte ongekookte witte rijst, welke gedurende vijf tot zes dagen in water, dat niet verwisseld werd, ter verzuring had gelegen. Op den zevenden dag werd de rijst goed uitgewasschen, gedroogd en daarna verstrekt.

De proefdieren toonden van den aanvang af aan weinig lust deze rijst te eten. Niet anders krijgende, gingen zij er langzamerhand toch toe over.

De eerste haan (Ptc. No. 4) nam toe in gewicht (250 gram) en was op het einde der proef, dus na vier maanden, nog volkomen gezond. Na te zijn geslacht, was er wat hydropericard, doch vertoonde het dier overigens, ook microscopisch, geen afwijkingen.

De tweede haan (Ptc. No. 5) nam al spoedig af in gewicht en stierf binnen een maand aan polyneuritis.

De derde haan (Ptc. No. 6) nam eveneens spoedig in gewicht af en wel 300 gram in vier en twintig dagen. Binnen een maand overleed het dier aan polyneuritis.

Daar deze twee hanen zoo spoedig overleden, werd aan deze proef een vierde toegevoegd (prot. No. 14). Den zeventienden Februari begon de proef en stierf het dier reeds den vijftienden Maart d. a. v., eveneens aan polyneuritis, na honderd gram in gewicht te zijn afgenomen.