de aetiologie der hoenderziekte, meende ik deze hypothese, als de minst waarschijnlijke te moeten laten rusten.

De vraag was toen, in welke richting moest worden gezocht.

Zeker is het (Eijkman, Grijns, Schaumann) dat de polyneuritis in verband staat met de voeding.

Wanneer men de proefdieren rationeel, dus goed gemengd eten geeft, breekt de ziekte niet uit. Verandert men dit op een bepaalde wijze, dan is het mogelijk haar te doen ontstaan. Wordt tot de oude rationeele voeding teruggegaan, dan genezen de dieren.

Dat dus bij het ontstaan der ziekte de voeding een zeer belangrijke rol speelt, blijkt duidelijk.

Nu de oorzaak niet in een hongertoestand kan worden gezocht, was het zaak na te gaan of ook micro-organismen er de oorzaak van konden zijn.

Hierbij moest met de volgende mogelijkheden rekening worden gehouden.

Ie. Micro-organismen, buiten het lichaam, woekeren op of in het voedsel. Zij verwekken óf a. toxinen, of b. schadelijke omzettingsproducten van het voedsel. In het bloed opgenomen veroorzaken deze stoffen de neuritis.

De vorming dezer toxinen of omzettingsproducten kan plaats hebben buiten of in het lichaam.

2e. Micro-organismen in het darmkanaal, welke onder normale omstandigheden onschadelijk zijn, zullen onder invloed der irrationeele voeding óf virulent worden en toxinen afscheiden, dan wel schadelijke omzettingsprodukten vormen uit de toegediende voedingsstoffen.

Hoewel de onderzoekingen van Eijkman, die leerden, dat de polyneuritis kan ontstaan zoowel bij voeding met versch afgewerkte rauwe dan wel gekookte rijst of ook met rijst die langeren tijd gestaan had, het niet waarschijnlijk maakte dat micro-organismen buiten het lichaam een belangrijke rol spelen in dit ziekteproces, meende ik de onderzoekingen over