heer Knoch antwoordt dat hem daarvan niets gebleken is.

De heer Wilkens verklaart de zooeven beschreven wijze van narcotiseeren eenmaal te hebben aanschouwd, en het een prachtmethode te vinden.

Ten slotte zegt de heer Knoch, voorloopig nog eenigszins huiverig te zijn voor de toepassing der rectale aéthertoediening bij laparotomieën.

Daarna demonstreert de heer v. d. Vryhoef een praeparaat, en wel colon + rectum van een kind van 14 maanden, da van af de geboorte leed aan obstipatie. Van af Juli werd een snelgroeiende tumor in den buik waargenomen, waarna de constipatie nog toenam. In November zag de heer v.d. Vrijhoef het kind, het zag er toen vaal geel uit, had caput quadratum met open groote fontanel. Urine normaal, geen koorts; anaemisch geruisch aan de hartbasis. Door spanning was de buik slecht te palpeeren; in de rechter buikhelft bevond zich een ovale tumor, lengteas evenwijdig aan de linea alba, en ter grootte van een groote manga.

De tumor was vrij vast, weinig verschuifbaar, en scheen

gevoelig bij druk.

Diagnose: megacolon congenitum (Hirschsprung'sche ziekte) of een maligne darmtumor.

Bij de operatie bleek te bestaan een kolossaal opgezet colon descendens, waarin groote harde scybala voelbaar waren; één stuk had de grootte van een biljartbal. Naar het S. Romanum toegaande bleek er een vernauwing te bestaan. Het colon werd buiten de buikholte gehaald, omgeven door steriele tampons, door een lengtesnee geopend, en daarna ontlast van de scybala; ten slotte werd een colon-

fjstel aangelegd.

Na de operatie trad er braken op; de pols werd frequenter, en na 24 uren trad exitus letalis in. Bij opening der huikholte, ten einde het colon te verwijderen, bleek er geen peritonitis te bestaan.

Bij demonstratie van het colon-blijken er drie vernauwin-