handeling optraden, de korte duur ervan, en het ontbreken van elke andere oorzaak zijn momenten, die ervoor pleiten.

Bulbaire verschijnselen neemt men bij de paralysen zeldzaam waar. Treden ze op, zooals b. v. in de gevallen, die door Chmjelewsky en Skschivan '), Rendu 2) en Rondot 2) zijn beschreven, dan doen ze eenige dagen het ergste vreezen, doch gaan bijna even snel weer terug, als ze verschenen zijn. Of de verschijnselen, die in onze obs. 11 kort voor den dood van den patiënt zijn opgetreden, n. 1. hyperthermie, nekstijfheid, nauwe pupillen en langzame pols als bulbaire of als meningocerebrale symptomen moeten worden opgevat, durf ik niet te beslissen. Mogelijk zijn ze het gevolg van de alcoholabstinentie gedurende zijn ziekte; eerst later werd toch bekend, dat patiënt een sterk potator was.

De paralysen verloopen in den regel acuut en zijn meest van betrekkelijk korten duur. Zelden draagt volgens Marinesco het lijden een chronisch karakter; met afwisselende perioden van beterschap en achteruitgang kan het dan jaren duren. Vier der door ons waargenomen gevallen duurden 1—2 weken, twee waren in een paar dagen reeds genezen, terwijl de langste duur, door ons geobserveerd, 5 maanden was bij een door andere aandoeningen gecompliceerd geval (obs. 1.)

Gewoonlijk geven de paralysen een goede prognose met een volkomen restitutio ad integrum. Volgens Babes 3) komt op de -10.000 geënten slechts 1 sterfgeval voor. In de door mij geraadpleegde literatuur zijn drie doodelijk verloopende gevallen van paralysen beschreven en wel:

Zie Frosch in kolle en Wassermann. Handb. der pathog. Mikro-org. Bd. IV.

3) Accidents méduilaires h forme de paralysie etc. par Rendu. Bulletin de 1'Académie de Médecine 1897.

") Gecit. door Frosch in Kolle en Wassermann. Handb. der pathog. Mikro-org. Bd. IV.