Bovenstaande ziektegeschiedenissen geven wel tot een nadere bespreking aanleiding. In de eerste plaats blijkt eruit, dat men in den regel te maken heeft met een zeer typisch ziektebeeld, waarvan ik U, in het belang van de praktijk, in het kort de verschijnselen nog even wil noemen: Bij een patiënt treedt, korteren of langeren tijd na het begin van een antirabische behandeling (bij onze gevallen wisselde deze termijn tusschen 9 en 19 dagen) plotseling een algemeene malaise op, matige koorts, hoofdpijn, anorexie, slapeloosheid, pijnlijke loomheid in de ledematen, soms gepaard met hevige lendenpijnen. Den volgenden dag krijgt pat. een gevoel van zwakte in de beenen, die in den regel snel verergert tot een compleete paralyse, terwijl verschillende sensibiliteitstoornissen worden waargenomen: paraesthesieën, hyperaesthesieën, anaesthesieën. De peesreflexen zijn soms verhoogd, soms verdwenen. Hierbij sluiten zich aan krampen resp. paralysen van de sphincteren van blaas en rectum met incontinentia of retentio urinaey et alvi. De blaas- resp. rectumverschijnselen kunnen de paralysen der beenen ook voorafgaan. Soms blijft het ziektebeeld tot de sphincteren en onderste extremiteiten beperkt; in andere gevallen schrijdt de paralyse naar boven voort, zoodat paresen resp. paralysen der armen optreden, dikwijls voorafgegaan door lancineerende pijnen. Ten slotte kunnen dan paralysen der gezichtsspieren en het optreden van bulbaire verschijnselen, dyspnoea, tachycardie, dysphagie, e. a. het syndroom van Landry volledig maken. In den regel verdwijnen deze laatste verschijnselen weer het eerst; daarna de verlammingen der sphincteren, terwijl de genezing der onderste extremiteiten het laatste intreedt en er soms maanden verloopen, voor de beenen weer geheel hersteld zijn.

Dit is het algemeene beeld der paralysen, dat men ook verreweg het meest aantreft in de in de literatuur opgegeven gevallen. Zooals gezegd, kan de ontwikkeling van het lijden