zoo gevoelige rete Malpighi, of nog wel dieper, rondkruipen en kunnen daarmee zeer voldoende het ontstaan van den jeuk verklaren.

De jeuk heeft tot gevolg, dat het dier het orgaan op alle mogelijke wijzen zal trachten te schuren, krabben, enz. om het hinderlijke gevoel te verdooven. Bij die pogingen zal niet alleen de plek, waar de parasiet zit, maar een vee! grooter deel van de huid door het mechanische insult getroffen worden. Deze mechanisciie prikkels brengen de huid in ontsteking en veroorzaken mijns inziens hoofdzakelijk de pathologische veranderingen, die beschreven zijn. De veranderingen en verwoestingen, door de parasiet te weeg gebracht, staan zeer daarbij ten achter.

Zoo stel ik op rekening van de chronische ontsteking, door het krabben en schuren veroorzaakt, het verloren gaan der haren, het dikker worden van de epidermis en vooral dat van het rete Malpighi en het corium. In het corium, en zeker niet het minst ter hoogte der meer oppervlakkig gelegen papillen, ontstaan eveneens veranderingen, die als ontstekingsverschijnselen het gevolg zijn van de sterke mechanische prikkeling: kleincellige infiltraten, vermeerdering van het bindweefsel en vaatwoekeringen. De toename van het bindweefsel en het kleincellige infiltraat doet de glandulae sebaceae verdwijnen, welke echter aanvankelijk als gevolg der chronische prikkeling in omvang toenemen door een verhoogde productie van kliercellen. De glandulae sudoriparae liggen veel dieper in de huid, worden minder door het mechanische insult getroffen. Men vindt ze dan ook dikwijls onveranderd, of slechts eenigszins verwijd. De afvoergangen van deze klieren, die door de bovenste zeer ontstoken lagen van het corium moeten loopen, hebben meer te lijden. Als gevolg daarvan kunnen ze verloren gaan of verstopt raken, wat een belemmerden afvoer van het zweet veroorzaakt of dien totaal onmogelijk maakt. Hierdoor wordt de uitzetting of