homologe filtraten van deze bacteriën een troebeling met opvolgende vorming van een neerslag te doen optreden. Deze hypothetische stoffen kregen van Kraus den naam van p r a e c i p i t i 11 e n. Ditzelfde verschijnsel werd later ook voor een reeks van andere bacteriën vastgesteld en de reeds door Kraus gevonden specifiteit der reactie werd van verschillende zijden bevestigd. Paltauf ') stelde den aard van het verschijnsel op ééne lijn met dien der agglutinatie. Het onderscheid tusschen beide verschijnselen zou slechts hierin bestaan, dat de agglutinatie het gevolg is van de inwerking der praecipitinen op de bacterielichamen als zoodanig, terwijl bij de echte praecipitine-reactie deze stoffen inwerken op de in oplossing gekomen deelen van hetbacterielichaam.

Miessner 2) paste de methode der praecipitine-reactie toe bij kwaden droes. Hij bereidde eerst daarvoor een suspensie van doode kwade droes-baciflen (1 agar-cultuur op 100 c.c.m. 0.9 % NaCl-opIossing); later een, die dagen lang in het schudapparaat werd geschud en daarna gecentrifugeerd. Ten slotte bleek hem een oplossing van Foth's malleinum siccum in physiologische keukenzoutoplossing (1:10) het meest eenvoudige reagens om daarmede sera van verdachte paarden op de aanwezigheid van kwade droes-praecipitinen te onderzoeken. De reactie werd op de volgende wijze verricht. In kleine reageerbuisjes werd eerst '/2 c.c.m. van het te onderzoeken serum gebracht en dan voorzichtig met een capillair uitgetrokken pipet de malleïne-oplossing toegevoegd. De buisjes bleven gedurende twee uren in de broedstof en werden daarna op het al of niet aanwezig zijn van een zoogenaamden praeci-

Paltauf. Ueber Agglutination und Prazipitation. Deutsche medic. Wocheuschr. 1903, No. 50,

*) Miessner. Die Verwendung der Prazipitation in Form der Schichtungs-methode zur Diagnostik der Rotzkrankheit. Ceutralbl. für Bakteriologie 1909, Bd. 51,