van de pest, In praeparaten, vervaardigd van het hartebloed, konden geen pestbacillen worden aangetoond. Hangende druppels, vervaardigd van het exsudaat, opgezogen meteen Pasteursche pipet uit het subcutane bindweefsel, verdund met een weinig physiologische keukenzoutoplossing, leerden een nieuwe eigenschap onzer bacteriën kennen nl. hare onbewegelijkheid, waarin zij ook al weer met echte pestbacillen overeenkwamen. Kliersap en miltpulpa werden uitgestreken op agar-agar. Vrij spoedig ontwikkelden zich daarop culturen, die na tweemaal 24 uren de tamelijk karakteristieke eigenschappen van pestculturen, waarover later, vertoonden. Een stukje van een der vergroote liesklieren werd bij een cavia in een huidzakje gebracht, dat in de rechter liesstreek was gemaakt en daarna zorgvuldig werd dichtgenaaid.

In den nacht van 11 op 12 April, dus na ongeveer vijfmaal 24 uren, was de tweede cavia, geënt met miltpulpa van de uit Bareng afkomstige rat, gestorven. In de linker liesstreek vertoonde zich een knikkergroote zwelling, waarover de huid niet meer verschuifbaar was; in de rechter liesstreek hadden de liesklieren erwtgrootte bereikt. Ook de okselklieren waren vergroot en konden gemakkelijk worden gevoeld. Bij de sectie bleek de subcutis weer de zitplaats te zijn van een zeer hevig sereus-haemorrhagisch ontstekingsproces, met zeer vele kleine en enkele grootere bloedingen In de linker liesstreek bestond een haemorrhagische ontsteking van het periglandulaire weefsel en van de lymphbanen; de klieren, tot een knikkergroot pakket vereenigd, waren gedeeltelijk met de buikhuid vergroeid. In de rechter liesstreek hevige ontsteking der klieren en hare omgeving, als links. De okselklieren aan beide zijden waren groot| hyperaemisch, en ontstoken lymphbanen waren gemakkelijk als verbindingswegen tusschen lies- en okselklieren te herkennen. De milt was zeer belangrijk vergroot, sterk hyperaemisch, eenigszins vast, en doorzaaid met speldeknop-