Eind verslagjaar was de toestand daar echter reeds aanmerkelijk verbeterd.
Waarschijnlijk overgekomen van Boeleleng, waar deze ziekte op het eind van 1908 epidemisch heerschte, vertoonden zich in den aanvang van verslagjaar de pokken ook in Karangasem en Noord-Bangli. Dank zij het op uitgebreide schaal vaccineeren en revaccineeren kon daar na korten tijd de ziekte als geweken worden beschouwd.
De meest voorkomende ziekten in het gewest blijven wel de vrouwenziekten. Van een krachtdadige bestrijding kan echter uiteraard geen sprake zijn, te meer daar de enkele gevallen, die zich onder behandeling stellen, steeds mannen en nimmer vrouwen zijn.
In de afdeeling Lombok kon de gezondheidstoestand zeer bevredigend worden genoemd.
Onder de gewapende politie-dienaren te Selong (OostLombok) werden een 6-tal door beri-beri aangetast; op ultimo van verslagjaar waren allen weer geheel hersteld.
Verder kwamen sporadisch voor gevallen van koorts, oog- en buikziekten, welke geen ernstig verloop hadden.
De sedert 1907 genomen proef met de indienststelling van twee vaccinatrices, speciaal om die operatie te verrichten bij vrouwen en meisjes van adel, bleek niet zoo aan de verwachting te voldoen, die het Bestuur er zich van had voorgesteld. Zij moest als mislukt worden beschouwd en dientengevolge moest er overgegaan worden tot het ontslag der vaccinatrices.
Singaradja. De pokken namen een aanvang in de maand Mei van het jaar 1908.
Bijna gedurende het geheele verslagjaar kwamen pokken (variolae en variolois) in verscheidene desa's van de afdeeling Boeleleng, doch meer buiten de stad Singaradja, sporadisch voor.