doeningen, doch voor het overige was het bezoek niet druk.
Onder de bevolking kwam beri-beri tamelijk veel voor; vooral hadden enkele kampongs in het district Pangkalpinang veel van deze ziekte te lijden. Zooveel mogelijk wordt gepoogd het gebruik van katjang idjoe bij die lijders
ingang te doen vinden.
Malaria, dysenterie, buikziekten kwamen eveneens onder de bevolking tamelijk veel voor.
Van besmettelijke ziekten werd alleen mazelen in enkele kampongs gezien en enkele gevallen van waterpokken. Koba. A. Geneeskundige dienst bij de tinwinning. De gemiddelde dagelijksche sterkte in de ziekeninrichting bedroeg 51 tot 52; de gemiddelde dagsterkte van de mijnen bedroeg 1444. In de ziekeninrichting werden verpleegd: 1554 mijnwerkers, 166 kolenbranders, 64 behoeftigen en gevangenen en 2 prostituées. Er stierven in het hospitaal 22 zieken; van buiten ter begrafenis opgenomen 5 (waarvan 1 gerechtelijk geval nl. dood door verwondingen, 2 gevallen van zelfmoord door ophanging en 2 verongelukt
door verdrinking).
Afgekeurd voor mijnarbeid werden er 56; het grootste deel bestaande uit zwakke, niet aan zwaren lichamelijken arbeid gewende nieuwelingen.
Vooral in de vochtige maanden (eigenlijk de kentering) October en November nam het beri-bericijfer toe.
Van venerische ziekten kwamen 13 in behandeling,
waarvan 3 oude lues.
Gevallen van anaemie met versnelling der hartactie en versterking der kniereflexen werden veel geconstateerd. Ook andere anaemieën zonder palpable oorzaak kwamen vaak voor.
B. Burgerlijk Geneeskundige Dienst (bevolking).
Sterkte der bevolking: 20 Europeanen, 3400 Inlanders en
1437 Chineezen.
De algemeene gezondheidstoestand was niet ongunstiger