algemeen gunstig geweest, vooral gedurende de eerste 8 maanden van het jaar. Gedurende de laatste vier maanden is deze echter, door het optreden van beri-beri in enkele mijnen, minder gunstig geworden.
Verpleegd in het hospitaal zijn dit jaar: 5376 personen, waarvan 5316 mijnwerkers en gemiddeld per dag 209 man (waarvan 205 mijnwerkers). De gemiddelde verplegingsduur was 14 dagen.
Hoogste aantal zieken: 295 op den 12en December. Laagste aantal zieken: 54 op den 22en Januari (Chineesch nieuwjaar).
De gemiddelde sterkte van de mijnwerkers is 5475 man, dus een gemiddeld ziekteprocent over het jaar 3.8 0 o voor het hospitaal. Het gemiddelde ziekteprocent voor hospitaal + kwartierzieken in de mijnen is 5.1 °/0 geweest.
In mijn 7 trad vrij plotseling in Augustus, na de verhuizing van „het kongsihuis boven" naar het 2 paal verder gelegen „kongsihuis beneden", een vrij sterkte malaria-endemie op, die echter door de genomen maatregelen spoedig ophield. Maar het meest had deze mijn te lijden van kwaadaardige gangraeneuse zweren, die na zelfs de geringste verwonding optraden.
Met febris intermittens werden 964 zieken behandeld (18°/„ van alle behandelden, 17.5% van de mijnwerkers); 914 herstelden en 16 overleden (1 -6°/0), terwijl 25 lijdende waren aan malaria-cachexie
De malaria was eenigszins gelijk verdeeld over alle mijnen; slechts mijn 7, mijn 1 en mijn 23 hadden voor een korten tijd een grooter aantal zieken. In mijn 7 trad malaria op na het betrekken van een oud, vrij laag gelegen kongsihuis, dat bovendien omgeven is door gladisvijvers met stilstaand water en vele muskietenlarven.
Vergroote milt vond verslaggever bij 23 % van de koelies in deze mijn.